30. Epiloog
Ook na 1930 blijven Belgische schilders gefascineerd door de dingen in hun omgeving en gaan ze door op de zeer persoonlijke weg die met het modernisme was ingeslagen.
In al hun diversiteit is er weliswaar een gemeenschappelijke deler. De kunstenaars wijzigen de traditionele setting en theatrale ruimte, ze vervlakken die of laten ze zelfs weg.
Marthe Donas gebruikt in wat ze zelf haar eerste kubistische stilleven noemt het typische gebroken spiegeleffect. De ruimte breekt letterlijk in stukken en komt in beweging door de scherpe vlakken.
Van Gust De Smet zagen we eerder al een vroeg werk met een oosters beeldje. De Smet was samen met Constant Permeke en Frits Van den Berghe een van de belangrijkste Vlaamse expressionisten. In zijn latere stilleven met een fruitschaal is de wijziging in stijl duidelijk. De Smet maakt het object en het lijnmotief, de driedimensionale doos en het platte vlak inwisselbaar.
Jean Brusselmans, een goeie vriend van Rik Wouters, maakt pictogrammen van de dingen die hem omringen. Het grootste van zijn werken in deze zaal heet Stilleven met waaier, maar behalve die waaier staan tal van objecten op het doek. De ruimte heeft Brusselmans eigenlijk doorbroken: het tafelblad en de muur vormen één vlak. De vrouw linksboven voegde hij later toe: het is de toen zeer populaire Amerikaanse actrice Linda Darnell.
Eindigen doen we met René Magritte. Hij bevraagt de status van woord en beeld, en speelt met de dingen die hij ziet. Verandert de schoen in een voet, of vice versa? En een roos? Die zie je meestal in de tuin of in een vaas, maar wat is een roos in het universum?
Deze roos sluit de tentoonstelling Rose, rose, rose à mes yeux ook af. Wil je zelf aan de slag met het stilleven? Ga dan zeker eens langs op de balkonverdieping 1A. Daar vind je een Wunderkammer en een uitzicht over de tentoonstelling.
Deze audiogids kwam tot stond dankzij de Vrienden van Mu.ZEE, gesteund door de Spelers van de Nationale Loterij.