26. Walter Vaes
Vissen op een bord en voor de spiegel gelegd; een krab op zijn rug gezien; en zelfs een vis in stukjes gesneden: het zijn doeken geschilderd door Walter Vaes.
Vaes groeit te midden architecten, schilders en muzikanten op in een kunstenaarsfamilie. Hij volgt een opleiding aan de Antwerpse Academie en in 1904, hij is amper 22, wint hij de belangrijke Prix de Rome. Met het prijzengeld reist hij naar Italië, en later trekt hij ook naar Duitsland, Spanje, Turkije en Egypte. In 1905 staat hij mee aan de wieg van de Antwerpse kunstenaarsvereniging Kunst van Heden, gesticht door de belangrijke mecenas François Franck, die één van Ensors grote verzamelaars zal worden.
Vaes schildert vooral portretten, onder meer van Ensor, en stillevens, waaronder veel bloemstukken. Hij is ook een goede etser. Terwijl het modernisme de wind in de zeilen krijgt, blijft Vaes evenwel als een artistieke einzelgänger aan de kant. Zijn stillevens ogen vrij traditioneel, maar zijn toch bijzonder.
Vooral zijn sobere, bijna minimalistische stillevens zijn opmerkelijk. Strakke close-ups, met prachtige kleuren en texturen, eisen de aandacht op. Anders dan in een klassiek stilleven toont Vaes de dingen vaak niet frontaal en theatraal, maar vanuit een onverwacht gezichtspunt, bijvoorbeeld van bovenaf gezien. Een treffend voorbeeld hiervan is Krab. Die ligt, net als De Rog van Ensor, op zijn rug en lijkt je als een gezichtje aan te staren. Het werk roept een lichte walging op, alsof de indringende geur je zo kan overweldigen. Die voorliefde voor het monsterlijke toont Vaes ten volle in zijn etsen, met griezelige wezens die doen denken aan Bosch en Bruegel.
Apart binnen zijn oeuvre zijn twee werken met een rode poon. In beide gebruikt hij een spiegel om het beeld visueel complexer te maken. In het ene is die zo geplaatst dat het schilderij de twee kanten van de vis toont. In het andere draait hij de spiegel zo waardoor de twee vissen je recht in de ogen kijken.