James Ensor - Dromen van Parelmoer
De Ensor-verzameling van het KMSKA in Oostende
Overal ter wereld hebben musea, verzamelaars en liefhebbers belangstelling voor de grensverleggende kunst van James Ensor. Lang voor de term een modieus cliché werd, was Ensor wel degelijk een game changer. Toch staat zijn kunst zelf nog al te vaak in de schaduw van de populaire legende: die rare, mensenschuwe snuiter achter zijn piano in zijn Oostends schelpenwinkeltje.
Het innovatieve karakter van Ensors schilderkunst, zijn etsen en tekeningen is het rechtstreekse gevolg van zijn wens om haast stelselmatig de meest uiteenlopende technieken, genres en voorstellingswijzen te exploreren. In een brief aan kunstcriticus Pol De Mont schrijft hij al in 1894: “j’ai étudié attentivement les manières les plus opposées” (aandachtig heb ik de meest uiteenlopende artistieke stijlen bestudeert). En tot op hoge leeftijd zal hij zijn streven naar artistieke diversiteit, het zoeken naar verschillende stilistische, iconografische of technische alternatieven blijven verdedigen. Alleen zo zal een kunstenaar er in slagen zijn publiek in vervoering te brengen, en dat is voor Ensor het ultieme doel. Het gaat hem om de gelukzaligheid die hij ervaart wanneer hij zijn Brusselse vrienden meeneemt naar de dijk en hen de wonderbaarlijke (of om het Ensoriaans te formuleren: wonderbaarachtiglijke) schoonheid van de zee te tonen. En hij droomt van dezelfde gelukzaligheid wanneer hij geïnspireerd door het parelmoer van een schelpje religieuze taferelen, landschappen of stillevens schildert.
Om gelijktijdig recht te doen aan de grote diversiteit en de onderhuidse artistieke samenhang van zijn oeuvre, wordt Ensors oeuvre opgesplitst in drie thematische ensembles:
(1) landschappen en fantastische composities waarin de kunstenaar op zoek gaat sublieme beelden. Quasi-abstracte evocaties van de doorlichte nevels boven de zee, de wriemelende chaos van De opstandige engelen die door het weerlicht worden getroffen, een kinderlijk feeërieke optocht van een muziekkapel in de straten van Oostende, de spectaculaire Uitdrijving van Adam en Eva uit het Aards Paradijs, de mysterieuze stilte over de daken van de huizen in Oostende. (2) Geïnspireerd door Maeterlinck en Jan van Ruusbroec noemt Ensor “de kleur het ornament van onze geestelijke bruiloft” en daarom is het stilleven voor Ensor de toetssteen van de ware colorist. Van 1880 tot 1941 schilderde Ensor ongeveer 700 schilderijen, meer dan een derde daarvan zijn stillevens. Voor Ensors vriend, dichter-criticus Emile Verhaeren, was zelfs De Oestereetster (1882) in de eerste plaats een kolossaal stilleven. Dit schilderij staat dan ook centraal in ensemble stillevens van 1880 tot in de jaren 1930. (3) Ensors tijdgenoten beschouwden zijn voorstellingen van jonge burgervrouwen in interieurs (De oestereetster, Het Burgersalon, Namiddag in Oostende) als een hommage aan de intieme charme en huiselijkheid van hun leefwereld. Maar “de vrouw” is ook het hoofdpersonage in groteske maskerades zoals De verbazing van het masker Wouse (1889) of De twistende geraamten (1891).
Het Ensor Research Project
In 2013 startte het Koninklijk Museum Antwerpen met het Ensor Research Project waarin o.m. met behulp van geavanceerde beeldtechnieken (infraroodreflectografie, röntgen, Portable X-Ray Reflectography ) Ensors creatieve processen worden bestudeerd. Het ERP-team werd inmiddels uitgebreid met leden van de staf van Mu.ZEE. Tot nog toe werden de schilderijenverzamelingen van het KMSKA, Mu.ZEE, het MSK Gent en een privéverzameling onderzocht. In de nieuwe Ensor-presentatie worden de eerste, tussentijdse resultaten van dit onderzoek voorgesteld.
De nieuwe Ensorpresentatie bestaat nagenoeg uitsluitend uit schilderijen en tekeningen uit de verzameling van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten in Antwerpen. Met 38 schilderijen en zowat 650 tekeningen beschikt het museum niet alleen over de grootste maar ook over de allerbeste Ensorverzameling. Rechtstreeks en onrechtstreeks is deze verzameling de vrucht van de grote belangstelling van Antwerpse verzamelaars zoals François Franck, Albin en Emma Lambotte, en de liefhebbers leden van de tentoonstellingsvereniging Kunst van Heden (1905-1955). Maar ook hoofdconservator Walther Vanbeselaere (1948-73) was van doorslaggevend belang voor de kwaliteit van de Antwerpse Ensorverzameling. Dat het Antwerps museum doorheen de jaren uitgroeide tot hét Ensorexpertisecentrum is eveneens te danken aan Vanbeselaere.
De afgelopen jaren werd de Antwerpse Ensorverzameling tentoongesteld in New York, Chicago, Los Angeles, Tokyo, Bazel, Kopenhagen en Utrecht. Het KMSKA geeft aan Mu.ZEE 26 schilderijen in langdurig bruikleen. Daarnaast worden wisselende ensembles met tekeningen tentoongesteld.