1. Inleiding op de tentoonstelling

Welkom op de tentoonstelling Rose, Rose, Rose à mes yeux. James Ensor en het stilleven in België, de eerste tentoonstelling ooit die focust op de stillevens van de Oostendse kunstenaar James Ensor.

Vooraleer Ensor zich het stilleven eigen maakt, heeft het genre al een hele weg afgelegd. In de 16e en 17e eeuw focussen kunstenaars immers voor het eerst, weliswaar nog met een moraliserende ondertoon, op de dingen: alledaagse objecten. Die oudere schilderijen bevatten dubbele bodems, vanitasmotieven en verscholen betekenissen. Uitdovende kaarsen en menselijke schedels bijvoorbeeld symboliseren de menselijke eindigheid, afgebeelde boeken en wereldbollen tonen de intellectuele rijkdom.

Begin 19e eeuw neemt het decoratieve de overhand. Pronktaferelen en bloemstukken sieren de burgerlijke interieurs. Het genre is nogal uitgedoofd en geniet geen hoog aanzien. Meer nog: binnen de academische opleidingen en ook op tentoonstellingen beschouwt men stillevens als het laagste genre waar de minste uitvinding en creativiteit voor nodig is. Bovenaan de ladder staan historiestukken: schilderijen over historische, religieuze of mythologische verhalen. Dan portretten, gevolgd door schilderijen over het dagelijkse leven. Onderaan, na de landschappen, staan de stillevens.

Vanuit die optiek gaf Antoine Wiertz als beroemde historieschilder een haarscherpe kritiek op het stilleven. In 1840 zette Wiertz, die Belgiës officiële schilder zou worden, een banale wortel op doek. Daarvoor kroop hij in de huid van een fictieve schilder, na, zo schreef hij, “slechts vijftien lesjes schilderen”. Wanneer hij de wortel in 1842 op het salon van Brussel tentoonstelt, geeft een recensent hem lik op stuk: “Onze tijd is te kostbaar om ons bezig te houden met banale grappen zoals het schilderen van een wortel. Kunst is iets heiligs dat kunstenaars niet zouden mogen onteren met trivialiteiten."

Toch zijn er in de negentiende eeuw een aantal schilders die het genre van het stilleven nieuw leven proberen in te blazen. Ensor is een van hen. Hij schildert in totaal meer dan 200 stillevens, zowat een kwart van zijn oeuvre, en zet het traditionele stilleven naar zijn hand.

Tijdens je bezoek aan deze tentoonstelling maak je kennis met stillevens van Ensor en 34 voorlopers, tijdgenoten en modernisten. De kunstwerken passen bij elkaar zoals de stenen van een dominospel, en nodigen je uit tot een oefening in vergelijkend kijken. Zo wordt duidelijk hoe Ensors carrière tussen 1880 en 1940 uitzonderlijk was, en vorm kreeg in een rijke artistieke omgeving.

De Ensorzaal komt zo meteen aan bod. De tentoonstelling begint bij het decoratieve stilleven.
De ingang van deze zaal is aangeduid met nummer 1.