In de verf gezet
James Ensor en de vragenlijst van Marcel Proust
Auteur: Gregory Boite (bibliotheek -en archiefmedewerker Mu.ZEE)
Inleiding
Op 18 november 2022 is het precies 100 jaar geleden dat Marcel Proust overleed in Parijs. Bekend van zijn ‘Proust’s Questionnaire’ werpen we met deze tekst een blik op deze Franse romanschrijver en zijn wereldvermaarde persoonlijkheidstest. De kenbaarheid van de ‘Questionnaire de Proust’ kreeg wereldwijd een flinke boost door de Franse televisie-uitzendingen ‘Bouillon de Culture’ met de Franse televisiester Bernard Pivot. Een programma met miljoenen kijkers, waarbij de vragenlijst van Proust telkens aan bekende politici, auteurs enz.,.. werd voorgelegd. Dichter bij huis blijft het gebruik van de Questionnaire ook een populaire interviewmethode te zijn in de krant De Morgen met de rubriek ‘De vragen van Proust’.
Wie was Proust?
Marcel Proust werd geboren op 10 juli 1871 in Auteuil en overleed op 18 november 1922 te Parijs. In zijn jonge jaren volgde hij lessen aan het Lycée Condorcet. Vanaf zijn negende had hij te kampen met astma, waardoor hij sindsdien een zwakke gezondheid had en overgevoelig was voor zijn omgeving. Al snel was hij gepassioneerd in literatuur en had hij een hunker om zijn kennis te verrijken. Als belezen figuur met een verfijnde levensstijl was hij in het literair wereldje in Parijs een persoon die in hoog aanzien stond. Pas met de dood van zijn moeder, met wie hij een zeer innige band had, trok hij zich steeds meer en meer terug uit het maatschappelijke leven. Proust begon in 1909 aan zijn magnum opus ‘À la recherche du temps perdu’, een zevendelige roman waarin hij een sterk autobiografisch verhaal neerpent. Niet alleen zijn eigen herinneringen worden beschreven. Ook een ontmoeting en waarneming in het verhaal kan een hele wereld aan herinneringen en verhalen doen ontstaan. Zijn hoofdwerk is niet alleen een analyse van het leven van Proust. Het brengt ook een relaas van een bepaalde tijdsperiode met name de belle époque, waarover de auteur in het laatste deel van de reeks geconfronteerd werd met de teloorgang van deze vooroorlogse periode. Gepubliceerd tussen 1913 en 1927 zorgde dit werk ervoor dat Proust gerekend wordt tot de grootste romanschrijvers van de twintigste eeuw.
Proust’s Questionnaire
Naast dit werk verwierf Proust ook als schrijver bekendheid met zijn ‘Proust’s Questionnaire’. Echter moeten we hier de kanttekening maken dat Proust niet de oorspronkelijke ontwerper was van de vragenlijst, maar deze wel bewerkt heeft door enkele vragen eraan toe te voegen en deze kenbaar te maken. Ook de originaliteit die de jonge Proust in zijn antwoorden gaf, droeg ook bij tot de algemene bekendheid van ‘zijn’ vragen. De Questionnaire die tot doel heeft om meer zelfinzicht te krijgen, werd vooreerst opgemaakt in een soort vriendenboekje van zijn vriendin Antoinette, waarin persoonlijke bekentenissen werden beschreven. Het invullen van deze vragenlijst groeide uit tot een ware rage. De bekendheid van de toen latere Proustvragen kan ook te wijten zijn aan het feit dat Antoinette de dochter was van de toekomstige president van Frankrijk, Félix Faure. Het oorspronkelijke album had de titel ‘An Album to Record Thoughts, Feelings, etc.’ en werd in de 19de eeuw onder Engelse bourgeoisiefamilies beschouwd als een gezelschapsspel, waarbij het invullen van de vragen bijzonder populair bleek te zijn tijdens de gebruikelijke afternoon tea.
In 1890 heeft Marcel Proust de reeds bestaande vragen bewerkt, bepaalde vragen weggelaten, er ook enkele aan toegevoegd en beantwoord. Alles werd vervolgens samengebracht onder de titel ‘Marcel Proust par lui même’. Het manuscript werd door één van de afstammelingen van André Berge, echtgenoot van de reeds genoemde Antoinette, in 1924 ontdekt. Het album bleef intact en werd geëxposeerd tijdens een Marcel Proust tentoonstelling in 1965 in de Bibliothèque Nationale te Parijs met de titel ‘Antoinette Faure’s album’ onder eigendom van Berge. In 2003 werd dit origineel stuk geveild bij veilinghuis Hôtel Drouot in Parijs en aangekocht door Gérard Darel, eigenaar van de zelfgenoemde Prêt-à-Porter kleding voor een bedrag van €102.000. De Mu.ZEE bibliotheek beschikt over een uitgave van ‘The Proust Questionnaire’ uitgegeven door Assouline in 2005. Het betreft een facsimile versie, dewelke de handgeschreven antwoorden van Marcel Proust bevat met daarnaast ook antwoorden op de vragen door mensen met verschillende culturele achtergronden, waaronder Brigitte Bardot, Alain de Botton, Nadine de Rothschild en Marisa Berenson.
Ensor en de vragenlijst
Naast zovele bekende figuren heeft ook James Ensor de vragenlijst van Proust beantwoord. Sterker nog, hij heeft de vragen eigenhandig overgeschreven en ingevuld. Dit manuscript uit 1921 kunnen we rekenen tot de collectie van de Mu.ZEE bibliotheek. Indertijd werd dit archiefstuk door ‘De Vrienden van de Stedelijke Musea Oostende’ aangekocht en geschonken aan het Museum voor Schone Kunsten van de Stad Oostende.
De volledig beantwoorde vragenlijst van Ensor verscheen reeds in het Oostendse tijdschrift ‘La Flandre littéraire: revue mensuelle d'art et de littérature’ (april 1926, jaargang 4, nr. 7). Een nummer die aan Ensors geschriften gewijd is. Ensor zag de ‘Proust’s Questionnaire’ eerder als een interview dan een spel. De antwoorden die de kunstenaar gaf zijn door en door Ensoriaans. Ze staan vol van zijn ironische humor, woordspelingen, spot en originaliteit. Via dit manuscript komen we over de kunstenaar meer te weten over zowel zijn persoonlijke karakteristieken en voorkeuren, maar ook zijn sterke drijfveer om geëngageerd op te treden voor het behoud van de natuur en zijn afkeer tegenover de vivisectie. Kortom, een boeiend document die ons toelaat de persoon achter de kunstenaar beter te begrijpen. Opvallend is dat Ensor sommige van zijn vragen, die reeds door hem beantwoord waren, aangevuld heeft in potlood dewelke zichtbaar is op het manuscript. Ook de antwoorden die in het zwart hieronder staan aangeduid, werden vermoedelijk in de finale versie toegevoegd. We kunnen dus gewag maken dat het manuscript van Mu.ZEE een kladversie of een mogelijke voorbereiding op de definitieve versie was. Hieronder staan zowel de vragen als antwoorden in Nederlandse vertaling genoteerd.
Mijn favoriete kwaliteit?: De illusie van het grootse.
Mijn grootste gebrek?: Nonchalance.
Mijn geliefkoosde bezigheid?: De anderen afbeelden, ze lelijk maken, ze verrijken.
Mijn droom van geluk?: De filistijnen kwetsen met de kaak van een kameel.
Mijn grootste ongeluk?: Besluiteloosheid, afschuw van tentoonstellingen.
Wat ik zou willen zijn?: De vrouw van Mathusalem.
Het land waar ik zou willen wonen?: Kokanje, het land van Spotternije, het vrolijke land van de Marollen.
Mijn lievelingskleur?: Het maagdelijke roze van de dijen van een ontroerde nimf, Engels rood, rozig achterste van een baviaan.
Mijn lievelingsbloem?: De op paardenbloem gegriffelde lelie. De iris. De klaproosachtige korenbloem.
Mijn lievelingsdier?: De dolle krab. De das. De vlinder. De hermelijn. De plithofritocinocampophotobarbeaumussidextrospiliomekostinko. De strijdvaardige wulp. Generaal Boem en anderen.
Mijn lievelingsvogel?: De fazantenhen. Kwarteltjes op toastjes. De kraanvogel.
Mijn geliefkoosde prozaschrijver?: Colette, Gyp, Georges Sand. De ridicule precieusen.
Mijn geliefkoosde dichter?: Claude Bernières. Madame de Noailles. Madame Eugène Van Outryved'Ydewalle. De sirene.
Mijn geliefkoosde schilder?: Mevrouw Emma Lambotte. Mevrouw Vigée-Lebrun. Margareta Van Eyck, Angelika Kaufmann, Rosa Bonheur.
Mijn geliefkoosde componist?: Mimi Pinson. Lala Vandervelde. Gabrielle Remy.
Mijn favoriete fictieheld?: Vilain XIII. Orlando Furioso. Ratapoil. Tartarin.
Mijn favoriete fictieheldin?: Bradamante. Marphise.
Mijn held in het dagelijkse leven?: De vrolijke pastoor van Meudon. Koning Dagobert.
Mijn heldin in het dagelijkse leven?: Madame de Pompadour. Isabella de Katholieke. Madame Potifar. Héloïse. Mademoiselle de Sombreuil. Parysatis de eunuchenvilster.
Drank en eten dat ik verkies?: Petit bleu (rood wijntje)/ Blauwschimmelkaas. Grijs brood. Sinaasappelen. Rode kool. Groen fruit. Pastoorsneuzen. Nonnenzuchten.
Mijn geliefkoosde namen?: Claire, Rose, Blanche.
Wat ik het meeste haat?: Geblancheerd kalfskop en levertraan. De verwoesters van historische sites. De inquisiteurs. Hoogmoedige onbetrouwbare geleerden. De vivisectionisten, propvol wreedheid, gezwollen van eigendunk en winstgevende ongevoeligheid.
Historisch karakter dat ik het meeste misprijs?: Jozef. Robespierre. Torquemada. Poncius Pilatus.
De militaire actie die ik bewonder?: De Sabijnse maagdenroof. Het Beleg van Oostende.
De hervorming die ik het meeste waardeer?: De verbetering van een slecht en afgeleefd gestel.
De natuurlijke gave die ik graag zou bezitten?: De gave van helderziendheid.
Hoe zou ik willen sterven?: Als een vlo die wordt verpletterd op de blanke borst van een maagd.
De huidige toestand van mijn geest?: Slenterend, dolend en dartelend, schrijlings op een stokpaardje slalommend.
De fouten die mij het meest tot inschikkelijkheid stemmen?: Spelfouten.
Mijn devies?: Grootsprakerige hooghartigheden schreeuwen erom uiteindelijk zelfopgeblazen te creperen.