De molenduivel , 1934

Voor de illustratie van Horace Van Offels 'Contes' ter gelegenheid van de publicatie in 1935 door Editions des Artistes, werden verscheidene vooraanstaande Belgische kunstenaars aangezocht, onder wie Brusselmans, Buisseret, Anto-Carte, Floris Jespers, Masereel, Georges Minne, Léon Navez, Spilliaert, De Vlaminck en ook Ensor. Het verhaal dat Ensor illustreerde heet Le Diable au moulin. Het is een vlotte, wat brave vertelling in de geest van de heiligenlevens uit de Legenda Aurea. Hoofdfiguur is de als eremijt levende Saint-Charmant (Sint-Lieven). De duivel zoekt een list om de vredelievende Charmant te verleiden en in het verderf te storten. Dankzij zijn sluwheid slaagt hij erin de bewoners uit de streek tegen Charmant op te zetten. Als eersten bewerkt hij de molenaar en diens familie. De molenaar maalt Charmants zelfgekweekte graan. Daarna volgen de andere bewoners van het dorp. De gemoederen geraken helemaal verhit als Charmant uiteindelijk wordt vastgebonden aan de wieken van de dorpsmolen. Een felle wind doet de molen draaien, maar de wieken komen los van de molenromp en voeren Charmant ten hemel. Het inbijten van de plaat van De molenduivel werd door meester-graveur Hebbelynck uitgevoerd, de druk door Van Campenhout Jr.