De intocht van Christus te Brussel , 1898

Deze ets herhaalt in spiegelbeeld en met enkele wijzigingen, het schilderij De intrede van Christus in Brussel uit 1888-1889 (TR280). Dit exemplaar ontstond voor de door Taevernier beschreven 1ste staat en is dus een "nulde" staat. Het schilderij van de Intrede wordt terecht als het picturaal manifest van Ensor en als een sleutelwerk in de westerse kunst van de negentiende eeuw beschouwd. Toch had het een geringe invloed op de loop van de kunstgeschiedenis. Vóór de allereerste publieke tentoonstelling tijdens de Ensor-retrospectieve in het Brusselse Paleis voor Schone Kunsten in 1929 hadden slechts enkele bevoorrechte bezoekers van Ensors atelier het van dichtbij kunnen zien. Het werk zit boordevol toespelingen en allegorieën die losstaan van de traditionele schilderkunstige iconografie van die tijd: allusies en kritiek op de literatuur, op kunsthistorische voorbeelden, op de Belgische politiek, de toenmalige samenleving, op gebeurtenissen uit Ensors persoonlijke leven en op welbepaalde personen met wie hij nog een rekening te vereffenen had. De Christusfiguur die centraal maar toch vrij onopvallend is afgebeeld, is Ensor zelf die op een luisterrijke wijze te midden van een bonte, eindeloze massa zijn triomfantelijke intrede in Brussel doet. Brussel fungeert daarbij als pars pro toto van de hele wereld, vooral die van de kunst en de kunstkritiek.