21. Dode hanen & gepluimde kippen
Een jaar na zijn indrukwekkende Rog schildert Ensor een ander dier: een Dode haan. Het werk oogt theatraal: een geslachte haan hangt als een trofee aan een draadje, het witte doek lijkt op een toneelgordijn. De barokke allure doet denken aan wildstillevens uit de zeventiende eeuw. Kunstenaars als Frans Snyders toonden er toen een adellijke en zelfs koninklijke omgeving mee: met de jacht als privilege van de aristocratie en het eten van wild als summum van verfijning.
Bij Ensor lijkt de hele scène daarentegen op een recept voor een dampende stoofpot. Alle ingrediënten zijn aanwezig: ui, look, prei, kolen, wat fruit en een verse haan! Let ook even op de onderkant: de zwarte rand, die bij het traditionele, barokke stilleven meestal het werk afboordt, is hier bij Ensor een explosie van kleur.
Ensor, dan net geen 35, bevindt zich hier aan het begin van een meer decoratieve periode. Hij weet intussen welke composities het goed zullen doen, en hij zal die meermaals hernemen. De geplukte, rauwe kip met blauwe fles is één van die werken die hij rond 1905, een kwarteeuw na het origineel, herhaalt. Nog eens twintig jaar later duikt de combinatie opnieuw op. Een beproefd recept, ongetwijfeld net zo goed als het stoofpotje dat hier wordt voorbereid.
Als je deze zaal bezocht hebt, wandel dan terug door de deur die je als ingang gebruikte. Het vervolg van de tentoonstelling is de modernismezaal, schuin naar rechts, aangeduid met nummer 4.