18. De rog
De Oostendenaar Ensor schildert uiteraard ook stillevens met vis. Hij heeft verschillende keren de rog in beeld gebracht. Een eerste versie dateert uit 1880. Dit krachtige, vrij donkere werk schildert hij, wellicht zij aan zij, met zijn Engelse vriend Willy Finch op de zolder van zijn ouderlijke huis. Willy Finch heeft zoals Ensor Engelse roots en zijn ouders baten in Oostende een hotel uit. Beide jonge kunstenaars schilderen dit wonderlijke zeedier omringd door stro, een haring en een mand, elk vanuit een licht verschillend perspectief. Zo’n tiental jaar later schildert Ensor opnieuw een rog, maar nu krijgt die een heel andere dimensie. De rog die er levenloos bijlag in de eerste versie heeft nu een geheven kop. Hij lijkt je bijna als een ineengezakt hoopje mens aan te staren. De rog kan het ook niet helpen: hij heeft een mensachtig gezichtje met een mond en twee recht voor zich uit kijkende oogjes. Met opengesperde buik en een slappe staart naast een opzichtige schelp suggereert de vis erotische connotaties.