Chants d' oiseaux, thème vert , 1931

J.-J. Gailliard (1890 – 1976) is een hypersensitieve kunstenaar die tekent en schildert wat zijn ziel detecteert. Zijn geloof in een spirituele realiteit voedt en begeleidt hem in de punten en lijnen die uit zijn hand vloeien. Midden jaren twintig is Gailliard actief in het epicentrum van het modernisme en wordt zijn werk geassocieerd met het symbolisme, het surrealisme, de abstractie … zonder daarin ooit duidelijk partij te kiezen. Zelf spreekt hij over zijn werk als ‘surimpressionistisch’, waarmee hij verwijst naar een innerlijke realiteit die al te vaak niet ‘gezien’ of gevoeld wordt. Inspiratie voor deze gedachtegang vindt de kunstenaar bij Emmanuel Swedenborg, een 18de eeuwse Zweedse theoloog, wiens geschriften hij in 1912 ontdekt. Tijdens het interbellum experimenteert Gailliard met de abstractie, zonder ooit de figuratie los te laten. Hij neemt deel aan de 7Arts tentoonstellingen vanaf 1922 en is medeoprichter van L’Assaut in 1925. Hij tekent, schildert, maar ontwerpt ook kostuums en decors voor tal van performances avant-la-lettre. Ook de jaren die hij in Parijs spendeerde – waarbij hij contacten had met o.m. Jean Cocteau en Pablo Picasso – inspireerden hem tot het creëren van werk op de grens tussen abstract en figuratief. Zijn vriend en collega Pierre-Louis Flouquet (1900 – 1967) verwoordt het als volgt : « Peintre cultivé, Jean-Jacques Gailliard, né magicien, nous propose un monde complexe de visions nouvelles. Selon vos préférences ou votre besoin, vous irez, dans son œuvre où l'imaginé et le réel se rencontrent sans cesse, au concret ou à l'abstrait. Mais parce qu'un peu de malice accompagne ses prestiges et que son esprit nuancé refuse les limites trop précises, vous y trouverez l'abstrait dans le concret et le concret dans l'abstrait. […] On trouve parfois dans ses œuvres bien composées la plénitude d'un sein nacré, parfois l'élégance fabuleuse et voguante d'une méduse, parfois le mouvement de la flamme dansante ou de l'aile emportée. » Chants d’oiseau (thème vert) (1931) en Chants d’oiseau (thème bleu) (1930). In beide werken zien we een wirwar van gebladerte waarin letters tot onverstaanbare woorden, als gescandeerde leuzen – coucou, coucou, krek kré do rek – uit het beeld waaieren. Het lijken gezongen woorden of een vertaalslag van het gekwetter van vogels. Het is Gailliard’s manier om een hommage te brengen aan Evelyne Brélia, een talentrijke zangeres die in 1928 in het bos van Loverval nabij Charleroi op gruwelijke wijze vermoord wordt. De gebeurtenis grijpt Jean-Jacques Gailliard duidelijk aan. In een cahier schrijft hij nog: « J’ai représenté quantité de connaissances sous forme de paysages. Chant d’oiseau est le portrait d’Evelyne Brélia, cantatrice spécialiste des airs de [Igor] Stravinsky, [Francis] Poulenc, Darius Milhaud vers 1924. Elle épousa le musicien [Fernand] Quinet et mourait étrangle dans un bois. La justice n’a mit jamais le main sur l’assassin. L’âme peut se présenter comme paysage. Votre âme est un paysage choisi. »
Vervaardiger Gailliard, Jean Jacques
Titel Chants d' oiseaux, thème vert
Datering 1931

Standplaats In depot

Objectnaam schilderij
Materiaalbeschrijving olieverf op doek
Afmetingen 99 x 80 cm (hxb)
Opschrift signatuur midden onder Jean Jacques Gaillard

Collectie Voormalige Collectie Provincie West-Vlaanderen (vandaag Collectie Vlaamse Gemeenschap)
Verwerving aankoop, 1987
Objectnummer K001759
pURI http://muzee.be/collection/work/id/K001759