De gendarmes , 1888
Een eeuw geleden was Oostende de voornaamste vissershaven van het Europese vasteland, maar de vissers leefden nog steeds in de diepste armoede. De stoomvisserij had pas haar intrede gedaan, maar de toevloed van goedkope, vooral Engelse vis ging nog in stijgende lijn. Bovendien namen de conflicten tussen Belgische vissers, die met het schrobnet visten, en de Engelse drijfnetvissers geweldig toe. De Conventie van Den Haag, die de vrede op zee had moeten herstellen, maakte de tegenstellingen alleen maar scherper. In die context speelt deze scène zich af: op een ochtend in augustus 1887 wilden de Oostendse vissers, de Engelse vis van de markt verdrijven. Politie en rijkswacht konden de woedende vissers niet meer in bedwang houden. De burgerwacht maakte het nog erger: er vielen doden en gewonden. Toen de oproer geleidelijk aan was weggeëbd, was de situatie van de vissers nog even treurig. De conflicten op zee hielden aan en de vreemde vis werd verder in Oostende verkocht alsof er niets was gebeurd. Ook de poging van de Gentse socialisten om de vissers achter hun vaandel te scharen, draaide op niets uit. Het duurde nog tot na de Eerste Wereldoorlog eer de toestand eindelijk veranderde. De gebeurtenissen van augustus 1887 moeten Ensor sterk hebben aangegrepen. We vinden er de directe weerslag van in een tekening "De staking" (1888, Antwerpen, KMSK). In 1888 was de ets "De gendarmen" (SM001402) klaar voor druk. Op een ingekleurd exemplaar in een Oostendse privéverzameling staat in het handschrift van de meester "Souvenir d'une grève, Ostende en 1888". Wat Ensor ons op het schilderij toont (SM000160) is uiteraard geen realistische weergave van het gebeuren: hij verheft de feiten boven het niveau van het fait divers. In het lijkenhuisje houden gendarmes de wacht bij twee dode vissers. Eén van hen veegt onberoerd het bloed van zijn bajonet; een ander toont zijn kameraad een glinsterend muntstuk, gestolen uit de jas van een van de doden? De biddende non is het symbool van de geborneerde en huichelachtige clerus. In de rechter bovenhoek kijkt een rechter geamuseerd toe. Een andere rechter kust Marianne, het symbool van de vrijheid. Links in de achtergrond wordt de morrende massa die de rode vlag zwaait alsnog op afstand gehouden. "De gendarmes" is niet alleen een sociale aanklacht. Het schilderij haalt ook scherp uit naar het repressieapparaat. Samen met "De goede rechters" (1891; TR332), "In het conservatorium" (1891; TR389) en "De gevaarlijke koks (1896; TR369) vormt het schilderij een reeks waarin Ensor op bijna karikaturale manier lucht geeft aan zijn gevoelens tegenover rechters, kunstenaars, critici en het muziekonderricht.
Titel | De gendarmes |
---|---|
Datering | 1888 |
Standplaats | In depot |
Objectnaam | ets, grafiek (prenten) |
Materiaalbeschrijving | ets op Japans papier |
State | zesde staat (6/6) |
Afmetingen | 17.9 x 23.8 cm (hxb) |
Opschrift | signatuur linksonder Ensor, signatuur + datering rechtsonder James Ensor 1888 |
Collectie | Collectie Stad Oostende |
Verwerving | Gift van de "Vereniging ter Verrijking van het Belgische Artistiek en Folkloristisch Patrimonium", 1971 |
Objectnummer | SM001402 |
pURI | http://muzee.be/collection/work/id/SM001402 |