Opus 8 , 1986
In het begin van de jaren 1970 domineert de conceptuele kunst de VS en Europa. Lili Dujourie zoekt een manier om zich hiervan los te rukken en een eigen weg te bewandelen.
Ze maakt gebruik van materialen die een dualiteit in zich dragen. Materialen die zacht én hard zijn, makkelijk te manipuleren én onwrikbaar. Vanuit die materie tast Lili Dujourie de ruimte af tussen vloer en muur, tussen staal en verf, tussen beweging en stilstand, tussen schilderkunst, sculptuur, fotografie en video. Ze maakt nooit een eenduidige keuze.
Elk werk van Lili Dujourie is als een fragment. Het is een onderdeel van een niet zichtbaar geheel. Bij het kijken ernaar voel je steevast een subtiel spel van aan- en afwezigheid.
In het midden van de jaren 1980 creëert Lili Dujourie kunstwerken met theatraal gedrapeerde stoffen, vaak in fluweel. Ze zien er bombastisch uit, maar ook heel sensueel. De beweging van de plooienval lijkt bevroren als een fragment in de tijd.
Inspiratie vindt de kunstenaar in de schilderijen van Rogier van der Weyden en Jan van Eyck. Maar Lili Dujourie blikt niet enkel terug. Ze maakt gebruik van beelden uit de kunstgeschiedenis en voorziet ze van een hedendaagse twist. Ook poëzie, muziek en literatuur zijn steeds present: in de vormen, in de bewegingen en in de titels.
Titel | Opus 8 |
---|---|
Datering | 1986 |
Standplaats | In depot |
Objectnaam | wandsculptuur, assemblage |
Materiaalbeschrijving | hout, staal, textiel |
Afmetingen | ca. 253 x 267 x 133 cm (hxbxd) |
Collectie | Collectie Vlaamse Gemeenschap |
Verwerving | bruikleen, 2015 |
Objectnummer | BK005272 |
pURI | http://muzee.be/collection/work/id/BK005272 |