Rots Vrouw , 1958
In 1958 behaalde Dionyse haar diploma voor keramiek met grootste onderscheiding. In datzelfde jaar maakte ze in haar werk ook erg grote sprongen richting een volstrekt persoonljke ziens- en werkwijze. Waar de kunstenaar voordien doorlopende vloeiende lijnen overheersen met gladde ononderbroken glazuren, stapt ze in Rotsvrouw resoluut weg van deze geordende methode. Hier overweegt de ruwheid, de korreligheid van het oppervlak, de onderbroken nf doorbrekende lijn. De titel 'Rotsvrouw' met zijn verbinding van figuur en steen is wel revelerend in dat opzicht. De ideeën rots, gelaagten, erosie dringen zich op bij het zien van die imposante figuur in verglaasde terra cotta. Hier raken we een van de essenties van Dionyses kunst, namelijk de verhouding van haar keramiekbeelden tot de natuurvormen, inzonderheid tot gesteenten, rotsen, verweringsvormen. De kunstenares neemt ze met grote ontvankelijkheid waar op reizen en verblijven in het buitenland. Het geërodeerde materiaal klei dat zij aanwendt, wordt door haar arbeid opnieuw tot steen. uit de verwering groeit de creatie, uit de vormeloosheid nieuwe vorm. het zijn gedachten van grote diepgang, die we niet mogen negeren bij de benadering van de geestelijke draagwijdte van het werk.
Titel | Rots Vrouw |
---|---|
Datering | 1958 |
Standplaats | Nu te zien in Mu.ZEE |
Objectnaam | beeldhouwwerk |
Materiaalbeschrijving | keramiek |
Afmetingen | 142 x 41 x 44 cm (hxbxd) |
Collectie | Collectie Vlaamse Gemeenschap |
Verwerving | bruikleen, 1990-08-06 |
Objectnummer | BS008882 |
pURI | http://muzee.be/collection/work/id/BS008882 |